Anale fissuur

Een kloof is meestal het gevolg van het feit dat de aars te hard wordt opengerekt. Zo kun je, in geval van constipatie en harde stoelgang, te veel kracht zetten tijdens de ontlasting waardoor de huid rond de aars scheurt.

Een aarskloof kan ook ontstaan bij diarree. Doordat je de aars te vaak moet schoonvegen, ontstaat een huidwondje.

De voornaamste symptomen van een aarskloof zijn scherpe pijn en helder bloedverlies

• De pijn treedt op tijdens en vlak na de ontlasting en kan vrij scherp zijn.
• Het bloedverlies komt uit het wondje zelf, en is te zien in de stoelgang of op het toiletpapier na het schoonvegen.

• De arts begint met een korte vragenronde, gevolgd door een eenvoudige inspectie om na te gaan of de kloof zichtbaar is, en of er geen andere oorzaak is voor de klachten. Tijdens het onderzoek word je gevraagd om te persen.
• Het anale kloofje is meestal eenvoudig zichtbaar, maar vaak doet de arts een anaal onderzoek om een idee te hebben over de spanning op de sluitspieren en om andere oorzaken uit te sluiten.
• Het uitvoeren van een anuscopie (de binnenkant van de anus evalueren met een kort kijkinstrument) is meestal niet mogelijk owv de pijn.

Aangezien de meeste kloofjes veroorzaakt worden door constipatie, zorg je er in eerste instantie best voor dat je een zachte stoelgang krijgt. Dit kun je bereiken door je voeding wat aan te passen of een zacht laxeermiddel in te nemen.

Warme zitbadjes (40°C), tweemaal per dag gedurende een kwartier, kunnen helpen om de sluitspier te ontspannen en zo de pijn te verzachten.

In 80% van de gevallen geneest een aarskloof zonder operatie, tenminste als de behandeling vroeg en correct gestart kan worden (een acute fissuur).

Naast de maatregelen om de stoelgang zachter te maken en warme zitbaden, kan een plaatselijke, relaxerende zalf de pijn verlichten. Deze zalf relaxeert de sluitspier, waardoor de pijn verdwijnt en de kloof kan helen. Gebruik de zalf dus stipt, én langdurig (zonder onderbreking!) gedurende min 6weken!

Is de aarskloof reeds langer dan 2 maanden aanwezig, of na 2 maand behandeling nog steeds niet genezen dan spreken we van een chronische fissuur.

• In die gevallen wordt eerst een behandeling met zalf geprobeerd, die in 50% van de gevallen succesvol is.
• Soms kunnen injecties met botox helpen.
• Een andere optie is een operatie. Tijdens de ingreep wordt een sneetje gemaakt in de sluitspier, zodat de spanning in de spier vermindert. De kloof zelf zal hierdoor genezen.
• Bij grotere wonden die niet genezen kan in uitzonderlijke gevallen een ‘transplantatie’ van slijmvlies nodig zijn, om de kloof te bedekken.